In memoriam Jacqueline Hamers-Tol
* Velsen 28 juli 1953
† Wijk aan Zee 5 januari 2018
“Cornelis let je wel op dat je bij de dood in de tegenwoordige tijd spreekt. Want niemand is weg en het leven gaat door”. Ik ervaar nu hoe moeilijk maar mooi dat is.
Lieve Jacq.
Zondagavond
De Jozeboko-storm is uitgeraasd. Wim en kinderen koken voor iedereen. We schrijven kaarten en enveloppes. We hebben taart voor jarige Magnus gebakken. Ondanks de droeve omstandigheden zijn de kleintjes naar het circus. Jacqueline en ik hebben kaartjes gekocht. Je wilt met de kinderen leuke dingen doen. Dat heeft altijd voorrang. Ook op deze zondag. Zo overleeft Jozeboko verdriet.
Ik zit nu naast je. Kijk naar je. Je draagt je feestjurk. Blauw met rode stippen. Je ben zo mooi, zo rustig, zo tevreden. Rondom je zijn er foto’s van je kleinkinderen, kinderen en dierbaren. Zo chaotisch plak je ze zelf ook op de muren van je werkkamer. Zoals je ook briefjes met quotes van de kleinkinderen aan de binnenkant van de kastdeuren plakt. Er klinkt muziek. Die heb je al lang geleden geselecteerd. Muziek is letterlijk overleven voor je. Lijstjes vinden we. Er branden kaarsen en er staat een zee van bloemen; daar houd je van.
Dit is precies zo een altaartje, dat je in je onrustige nachten voor Thor, de kinderen en ik denk; vooral voor jezelf bouwt.
Wat ben je lief, wat ben je mooi, wat ben je moeder, wat ben je vooral dubbelop oma.
Vrijdagochtend.
Ik breng je de dagelijkse cappuccino op bed. Soms knor je tevreden: Oh, wat lekker. Soms is het troost omdat het niet zo soepel met je gaat. Vandaag een lach. Een goed begin. Blijf nog maar even liggen.
Je mailt Marianne: “Als je vandaag nog een uurtje wilt rusten, breng Bink om lekker met de trein te spelen. Bink en ik zijn zo lief samen. Je mailt Maartje over mijn verjaardagscadeau. Je mailt Annemiek dat je je onrustig voelt.
Marianne vindt je. Op onze bank. Haren nat van de douche. Je hebt de kerstboom half afgetuigd. Wie doet zoiets? Van de piek tot de standaard één helft kaal en de andere helft; alles er nog in. Ik mopper vaak over je hoeveelheid kerstspullen. Heb je nu een helft van de boom voor mij naturel gemaakt? Of ben je in dit werkje verstoord?
Marianne roept mij luid van boven. Papa: “Mama is dood”!
Je zit rustig op de bank, maar je ziel is een eigen weg gegaan. Dat zie je meteen.
Naast alle mooie dingen overkomt ons ook leed de laatste jaren. We verliezen veel familie. Er zijn zorgen als er verdriet is met onze kinderen. Dat raakt je intens. Kinderen mogen geen verdriet hebben. We verliezen Thor; Lux leert hoe een heel klein kindje het leven kan bestormen. Lux geeft je, juist daarom, met Bink en Borre veel kracht. Die kleinkinderen en die anderen in Jozeboko geven je leven, ze leren je vechten. Het gaat nu goed; je bent zo gelukkig en er komen zelfs twee kleinkinderen bij.
Zo mooi was het niet 2015.
Je ligt in het ziekenhuis met pijn. Je hart? Ik schrijf de huisartsen wekelijks een update. 28 maart 2015. Ik schrijf: “Even leek het erop dat Jacq van het weekend naar huis zou mogen. Maar vrijdagmiddag is haar hart volledig in storing gegaan. Grote paniek in het ziekenhuis. Na defillibratie en medicijnen kwam er wat rust. Ze heeft even het gevoel er niet meer te zijn of in haar woorden: “ik heb aan de poort gestaan”. Een bijna-doodervaring?
In ieder geval vanaf hier, is er naast die vrolijke ook een andere Jacqueline. Je bent veel met de dood bezig maar bent daarover positief en luchtig. Cornelis als ik dood ga ligt er in de kast een boekje met alles wat ik wil. In je boekje van de boekenclub staan inderdaad steeds meer krabbels over de dood en de kwaliteit van leven.
Oktober 2015
Schoonzus Ans, altijd gezond, is plotseling ziek. Mijn broer Coen vertwijfelt: “Ze gaat me ontglippen”. We haasten ons naar Twente. Ziet Coen dat wel goed? Dat kan toch niet? We treffen Ans in het ziekenhuis. Ze is even helder. “Ja Jacky dan ga je zomaar opeens dood”. Jacqueline: Ans, ik ben bijna dood geweest. Wees niet bang; ik weet het. Ik heb het gezien. Het is daar heel mooi; er is muziek en kleuren en alle kinderen zijn er en pappa’s en mamma’s.
2016
Je bent steeds weer meer vermoeid, hebt pijn en angst. Je slaapt veel overdag. We bezoeken bijna alle poli’s in het ziekenhuis. Voor je hart, je nieren, je botten, je maag, ook je psyche. Veel onderzoeken. Steeds meer lopen fysieke en psychische pijnen door elkaar. Wie kan daar nog een touw aan vastknopen. Ik ben zo benauwd!! Wat betekent dat? Niemand weet het? Maar pijn is pijn.
Je bent eeuwig, de liefste, mooie, vrolijke en ongelooflijk gevatte Jacqueline. Cornelis, vanavond komen mijn meisjes. Je wekelijkse maandagavond. Kletsen met advocaatjes en slagroom. Cornelis vanavond komen de meisjes. Het is bedoeld als informatie maar eigenlijk meer als waarschuwing. “Vanavond is van mij. Jij moet dus maar elders een plekje zoeken”.
Je schrijft ik ben niet bang voor de dood. Je hebt immers al een mooie preview gehad. Je bent wel bang voor ondraaglijk lijden. Je boekje komt vol met opmerkingen daarover. Chaotisch door elkaar geschreven. Flarden in je hoofd.
Er staat:
• Dood gaan doen we allemaal; ik ook!!
• Een verklaring: Cees en Ik willen niet langdurige lijden. Datum, handtekening.
• De kwaliteit van het leven gaat boven lang leven
• Sterven zou net zo snel moeten gaan als geboren worden
• We willen begraven worden in Wijk aan Zee
• Ik ben nu niet waar ik ben; maar overal waar jullie zijn.
Je hebt precies uitgeschreven welke muziek er gespeeld moet worden. Ook die voor mijn begrafenis !!! Hé hebben we zelf nog een keuze??
• Dan staat er: “Hier ligt Cees! Hier ligt Jacqueline!” Met een calligrafeerpen dwars door alle andere teksten heen.
Je legt steeds vaker briefjes voor mij neer.
“Pijn!!!, pijn!!!, pijn!!! Maar ik wil er niet over zeuren.
“Ik lig met vreselijke hoofdpijn in bed”.
Cornelis. Ik stik van de stress en paniekaanvallen. Hele dag tegen gevochten. Voel me heel beroerd. Nu een slaappil genomen.
Dan gebruik je die calligrafeerpen. Dikke letters met veel uitroeptekens.
Lekker met onze bus weg. Dat doe je graag. Naast me zitten. We zeggen nooit veel. Kan ook niet want bij de Velsertunnel lig je al te slapen. “Cees, in mijn tas zit een toilettasje met nieuw ondergoed en pyama. Voor als ik in het ziekenhuis kom. Overal zijn medicijnlijsten en instructies over je ICD.
Naast je pijn en zorgen ben je de liefste oma. Altijd aanwezig voor de kleinkinderen. Je gouden godjes.
Wie hoor ik daar?? Is dat Lux mijn kleine zonnetje? Binkieboy, grootzoon, ik zie je haren boven het muurtje. Borreman, kleinezoon, nog even een knuffel. Een kusje prik-prik de liefste ben ik. Komen jullie vanavond allemaal eten; opa Cees heeft lekker gekookt. Elke woensdagmiddag speel je met alle Jozeboko kleinkinderen. Daarna zwemmen en eten met de hele club. Borre: “Opa wat heb je gekookt?” En: “Opa, wat is het toetje”?
Je vergeet jezelf, maar bent zeer zorgzaam voor ieder die dat nodig heeft. Bij het overlijden van je zussen Els en Monique. Voor de man van Monique; Gerard.
Voor broer Coen en Peter en Trudy rijden we op en neer naar Twente.
Zus Annemieke in Duitsland bel je vaak. Iedereen kan op je rekenen.
Zaterdagnacht half twee.
Ik zit nog bij je in de kamer. Nu pas voel ik hoe koud jij het hebt als je hier nachten doorbrengt omdat je niet in bed kan blijven..
Whats-app meldt zich:
Hé Pap, Ik ben nu heel verdrietig, maar ik kom er overeen. Je hoeft je geen zorgen te maken.
Hoi Man; ik houd van jullie en weet dat jullie me helpen. Ik heb het volste vertrouwen. Wees maar verdrietig; het siert jullie. Mamma is voor altijd de liefste moeder. Die mag je missen.
Lieve mensen,
We danken jullie voor je aanwezigheid, medeleven en liefde. We pakken de draad op. Dat Jacq geen toekomstzorgen meer heeft geeft ook kracht! Jozeboko zal bewijzen dat we dit grote verlies te boven komen. Om daarmee te beginnen nodigen we jullie allen uit om na afloop met ons mee te gaan naar Jozeboko. We gaan het leven van Jacqueline vieren. Zo wil ze het, dus zo doen we het. Punt!. Alhoewel ze, vanwege de drukte, er zelf wel weer even tussenuit zal knijpen. Daar heb ik nu vrede mee.
Cornelis heb je goed op de tegenwoordige tijd gelet. Het leven gaat door hé.